Gezondheid

Een goede gezondheid is voor de miniatuur bullterriër heel erg belangrijk.

Het is erg belangrijk dat een miniatuur bullterriër waarmee men wil fokken kerngezond is.

Daarom is het erg belangrijk om je miniatuur bull terriër van te voren te laten testen op PLL, LAD, LP, Hart en Nieren. Ik laat dan ook al mijn honden waarmee dekkingen plaats zullen vinden, zowel teven als reuen van te voren testen op PLL, LAD, LP, Hart en Nieren. Wij maken dan ook alleen gebruik van gezonde honden in ons fokprogramma.

HARTAFWIJKING

De twee meest voorkomende aangeboren en erfelijke hartafwijkingen bij Bullterriers zijn de mitralisinsufficiëentie en subvalvulaire aortastenose.  Bij mitralisinsufficiëentie openen en sluiten de mitraliskleppen niet zo goed, doordat de mistralisklep een afwijkende vorm heeft, mistralisdysplasie genaamd. De mitralisklep is de klep tussen de linker boezem en de linker kamer. Doordat de kleppen niet zo goed meer openen/sluiten  (als het ware lekken)  wordt bij het samentrekken van de linker kamer niet al het bloed de aorta ingedreven.  Een gedeelte van het bloed zal terug stromen naar de linker boezem.  De nadelige gevolgen hangen af van de hoeveelheid bloed dat terug stroomt in de boezem en zijn afhankelijk van de ernst van de aandoening.

MEN VERDEELD DE ERNST VAN DEZE AANDOENING IN DRIE GRADATIES

  • Gradatie 1 is een milde vorm van mitraaldysplasie
  • Gradatie 2 is een gematigde vorm van mitraaldysplasie
  • Gradatie 3 is een ernstige vorm van mitraaldysplasie
Bij de milde vorm en vaak ook bij de gematigde vorm vertoont de hond meestal geen symptomen. Deze honden kunnen een relatief normaal leven leiden. Als er sprake is van een ernstige vorm van mistralisinsuffisciëntie zullen er drukveranderingen in de linker hartkamer ontstaan met uiteindelijk ook een hogere bloeddruk in de longbloedvaten. Dit zal tot gevolg hebben dat er zich vocht in de longen gaat opstapelen, longoedeem genaamd.

DE VOLGENDE SYMPTOMEN KUNNEN HET GEVOLG ZIJN VAN MISTRALISDYSPLAS EN  LONGOEDEEM

  • Sneller vermoeid zijn
  • Moeilijk ademen
  • Hoesten
Het hart van de hond zal in eerste instantie de stijgende druk willen compenseren en doet dit door uit te zetten, zichtzelf te vergroten. Als de aandoening onbehandeld blijft of niet goed reageert op de therapie zal uiteindelijk het hart zo  groot worden dat de zenuwgeleiding van de hartspier faalt en er ritmestoornissen kunnen optreden. De volgende symptomen kunnen dan waargenomen worden.
  • Flauwvallen
  • Algehele zwakte
  • Of in elkaar zakken
Honden met een milde vorm kunnen met gemak 10 jaar of ouder worden.  Toch verdient het de aanbeveling om niet met deze honden te fokken.  Indien gepaard met een partner met dezelfde milde vorm is de kans groot dat er nakomelingen worden geboren die de gematigde vorm of zelf de ernstige vorm van mitraaldysplasie vertonen. Subvalvulaire aortastenose is een vernauwing van de aorta net onder de klep. Dit veroorzaakt problemen voor het hart omdat dit harder moet pompen om het bloed van de linker kamer in het lichaam te krijgen. Als het hart harder moet werken dan reageert de hartspier hier op door dikker te worden.  Als de spier dikker wordt dan kan de inhoud van de kamer krimpen en daardoor kan de linker kamer minder bloed kan verwerken. Een verdikte hartspier heeft ook meer zuurstof nodig, maar net door de verdikking is het voor de bloedtoevoer ook moeilijker om het hart van zuurstof te voorzien. Er treden veranderingen op in het hart en gevolgen van de vernauwing van de aorta.  Al dit kan leiden tot hartfalen en een plotselinge dood.  Soms zelfs voordat de hond symptomen heeft vertoont.  Een ogenschijnlijk gezonde hond kan plotseling dood neervallen. Subvalvulaire aortastenose kent net als mitraaldysplasie drie gradaties; mild, gematigd en ernstig. Het verdiend de aanbeveling om dieren middels een doppler echocardiografie te laten testen op een hartafwijking alvorens ze voor de fokkerij worden ingezet.

KLEUREN DOPPLER-ECHO

Sinds enige tijd beschikt de dierengeneeskunde over een vernieuwd echografisch apparaat, de kleuren Doppler-echo. Het grote voordeel van dit apparaat is dat er beter gekeken kan worden naar aangeboren hartafwijkingen, zoals een gaatje tussen de linker en de rechter harthelft. Ook op latere leeftijd verkregen hartproblemen, bijvoorbeeld een lekkende hartklep, kunnen beter in beeld gebracht worden.

WAT IS HET VERSCHIL MET DE “GEWONE” ECHO?

De kleuren Doppler-echo kan stroomrichtingen van het bloed, met behulp van een kleur,  in beeld brengen. Als er een hartklep niet goed sluit zal dit dus zichtbaar worden door een bloedstroom (in de vorm van een kleur) die de “verkeerde kant” op stroomt (regulatie). Verder zijn er met de kleuren Doppler-echo zeer goed wervelingen in de bloedstroom te zien. Deze wervelingen (turbulentie) ontstaan bijvoorbeeld door een hartklep afwijking (mitralisinsufficientie) of door een vernauwing in een bloedvat/ aorta (subvalulaire oartastenose). Het apparaat kan onderzoeken op video opnemen en tevens foto’s nemen van afwijkingen en deze uitprinten. Op het apparaat zit tevens een ECG module en er kunnen fonogrammen gemaakt worden van abnormale hart geluiden, zogenaamde bijruisen (souffle). Bij een fonogram wordt een grafiek van het bij geruis (souffle) gemaakt en over het ECG gelegd zodat men kan zien in welk deel van de hartslagcyclus het geruis ontstaat. Dat laatste is weer van belang omdat het een aanwijzing geeft waar de oorzaak gezocht moet worden. Vooral voor de opsporing van aangeboren hartafwijkingen is de kleuren Doppler-echo een onmisbaar hulpmiddel voor het stellen van de juiste diagnose.

LETHAL ACRODEMATITIS (LAD)

LAD is een hele nare aangeboren aandoening die uiteindelijk, het overlijden van de hond tot gevolg heeft. Het komt zowel bij de Standaard als bij de Miniatuur Bull Terriër voor. Er zijn dierenartsen die roepen dat ze het ook bij andere rassen hebben gezien, alleen kunnen daar geen officiële aantekeningen van gevonden worden. Meest opvallend aan hondjes met LAD zijn de vele huidontstekingen. Die lijken een beetje op de ontstekingen die onder andere bij mensen wordt gezien met acrodermatitis enteropathica. Bij mensen wordt dit veroorzaakt door het niet goed kunnen opnemen van zink. Hierdoor worden hondjes met LAD ook wel Zincertjes genoemd (met een c, op z’n Engels). Bij mensen kunnen de symptomen worden verholpen door enorm veel zink te geven, bij de Bull Terriër lukt dat niet.

LAD VAN KOP TOT KONT & BINNENSTEBUITEN:

Size does matter (afmeting doet er toe). Een hondje met LAD is opvallend klein van stuk, vaak de helft kleiner dan hun nest genootjes. Naast kleiner zien ze er dun uit. Eenmaal wat ouder ogen ze onvolgroeid.
Eten is lastig.
Door een verhoogd gehemelte is eten wat moeilijk. In eerste instantie lijken ze goed te drinken maar wanneer je ze voor en na de maaltijd weegt blijken ze (bijna) niks gegeten te hebben. De overgang naar een pap lukt vaak wel redelijk, maar als de voeding wat vaster wordt blijft het plakken in het verhoogde gehemelte. Er wordt ook gesproken over slikproblemen en een verkorte tong.
Diarree.
Hondjes met LAD kunnen alle varianten van diarree laten zien. Dit kan vrij jong al beginnen en varieren van wat papperige, dunne poepjes tot bloederig aan toe. Wanneer een hond (langdurig) veel en vooral heel dunne diarree heeft bestaat altijd het risico op uitdroging, zeker bij kleine en jonge honden. Niet goed werkend immuunsysteem en stofwisseling. Het immuunsysteem van een LAD- hondje werkt niet lekker. Hierdoor zijn ze vatbaar voor van alles. Bacteriële en gist infecties van de huid (de huid ontstekingen worden apart vermeld als kenmerkend symptoom) en ontstekingen van de luchtwegen zijn vaak het gevolg. Er zijn afwijkingen gevonden in de lever en de stofwisseling op (onder andere) het gebied van de koper en zink huishouding.
Altijd koud.
Het op temperatuur houden van het lichaam is voor LAD- hondjes wat moeilijk.
Vachtkleur vervaagd.
Hondjes met LAD worden met een normale vacht kleur geboren. Na verloop van een aantal weken begint deze langzaam te vervagen. Niet te verwarren met hondjes die worden geboren met een verbleekte vacht als gevolg van een “verblekend gen”. Er zijn vermeldingen dat in “goede periodes” de kleuring weer iets toeneemt.
Een bijzonder loopje.
De voorpootjes staan wat gebogen en de voetjes gespreid. De achterkant is verzwakt. Het lijkt alsof het hondje op de zijkant van zn voetjes loopt. Er is vaak wat moeite met de coordinatie en gevallen van patella luxatie worden gemeld.
Ontstekingen van de huid.
Op de voetjes en kop ontstaan korstige ontstekingen en de voet zooltjes zijn hard en gebarsten. Het overmatig ontwikkelen van deze “harde huid”, ook wel keratine genoemd, zorgt er voor dat de pootjes er wat misvormd uit zien. Op de plekken waar veel wrijvingscontact is zoals de ellebogen en hakken worden ontstekingen van haarwortels gezien. Door de verminderde werking van het immuunsysteem komen hier vaak andere huid infecties bij.
Verminderd zicht en andere oogproblemen.
Hondjes met LAD lijken met wat dicht geknepen oogjes te kijken. Het derde ooglid kan wat uit steken en ze kunnen verminderd zicht hebben.
Afwijkend gedrag.
Qua gedrag wordt gemeld dat ze agressief kunnen zijn en in plaats van blaffen direct grommen. Mensen die hondjes met LAD hebben melden dat het gegrom niet altijd boos bedoeld is, maar eerder een andere manier van communiceren is. Uit eigen ervaring kan ik melden dat de reactie aardig fel en buiten proportie kan zijn. Als er iets gebeurd wat ie niet grappig vindt, dan denkt ie even een leeuw te zijn ofzo.

DE EERSTE SYMPTOMEN

Niet altijd, niet alle symptomen & niet altijd even ernstig. Er zijn hondjes met LAD die minder ernstig aangedaan zijn en hondjes die wel heel ernstige symptomen laten zien. Niet alle symptomen hoeven zich te tonen. Eerst niks: Net geboren zie je helemaal niks, echt niks. Na verloop van tijd gaat de achterblijvende groei wat opvallen, bij het overgaan op vaste voeding zie je een wat moeilijke eter en een vacht die langzaam bleker lijkt te worden (wat lastig bij een witte) …. dat was het meestal wel. De eerste echt kenmerkende symptomen, zoals aanhoudende huid ontstekingen, duiken pas op als de pup zo tussen de 4 en 12 weken oud is. De eerste tekenen: In het puppy leven zijn een paar momenten waarop er een knappe aanslag op het immuunsysteem plaats vindt. Enten, ontwormen en natuurlijk de verhuizing naar de nieuwe eigenaar. Deze verhuizing is voor gezonde pups al een hele toestand, laat staan voor een hondje met LAD. Het kan dus gebeuren dat de zo kenmerkende ontstekingen pas beginnen op 1 van deze momenten, waaronder de verhuizing. Dit kan dan veel stress en onbegrip over en weer veroorzaken tussen de fokker en de uiteindelijke eigenaar.

HET STELLEN VAN DE DIAGNOSE

Doordat de aandoening niet goed bekend is bij veel dierenartsen en de diagnose tot voor kort alleen te stellen was door het optellen van de symptomen was het nog wel eens lastig om de juiste diagnose te krijgen. Het feit dat de Bull Terriër bekend is met onder andere allergieën, maag/darm problemen en atopische dermatitis maakt het er niet gemakkelijker op. Sinds januari 2018 is er een DNA test op de markt. Er zijn 3 mogelijke uitslagen: Clear (vrij) / Carriër (drager) / At Risk (lijder).

LEVENSVERWACHTING

Veel hondjes met LAD worden jong ingeslapen. Er is een groep die zich enorm inzet om deze hondjes de jaren dat ze leven hele mooie jaren te geven. U kunt ze op facebook vinden door te zoeken op “Bull Terrier lad (zincers)”. Persoonlijk vind ik dat, wanneer er gekozen wordt een hondje met LAD een mooie tijd te geven, er heel goed gekeken mag worden naar de mate van last. Het korte leven zal dan wel “hondwaardig” mogen zijn en niet doordrenkt van pijn en ander ongemak. Mocht u hier toe besluiten, vraag bij de genoemde facebook groep om hulp, hier is bijzonder veel kennis op dit gebied. Bron: Laboklin

NIEREN

Ieder dier heeft twee nieren. De nier heeft de vorm van een boon. De nieren liggen in de buikholte, tegen de rugspieren en de ruggengraat, net achter de ribben. In de deuk van de boon lopen bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en de ureteren in en uit de nier. De nier wordt voorzien van bloed door de nierslagaders die vanaf de aorta naar de nier leiden. De nierslagader heet ook wel arteria renalis. De nier is opgebouwd uit kleine filtersysteempjes. Elk niersysteempje kan gezien worden als een bolletje kleine bloedvaatjes die werken als een zeefje. De moeilijke naam voor een dergelijk zeefje is een nefron. De kleine bloedvaatjes samen heten een glomerulus. De bloedcellen en de grote eiwitten kunnen niet door de glomerulus. Andere stoffen wel. Deze worden opgevangen in het kapsel van Bowman, dit is een soort trechter onder de zeef. Aan de tuut van het kapsel van Bowman begint het nierbuisje of tubulus. De tubuli lopen van het kapsel van Bowman naar het binnenste van de nier, hier maakt het een haarspeldbocht terug naar de glomerulus. De glomerul gaan over in verzamelbuizen welke tezamen uitkomen in het nierbekken. De nier bevat duizenden nefronen. Alle gromerul, dus de bloedvaatjes, liggen aan de buitenkant van de nier, de nierschors. Alle tubuli, dus de nierbuisjes, lopen naar binnen de nier in. Deze buisjes vornen in de nier een bepaald patroon en vormt het niermerg. De urine verlaat hier via de ureter de nier richting de blaas.

DE NIER BEVAT DUIZENDEN NEFRONEN.

De ureteren zijn dunne buisjes die van de nieren over het dak van de buikholte naar de blaas lopen. Ze gaan door de blaaswand en lopen nog een stukje door. Op deze manier wordt de blaas afgesloten op het moment dat hij vol is en wordt terugstromen van de urine voorkomen.

ER ZIJN TWEE AFVALSTOFFEN DIE DOOR DE NIEREN UIT HET BLOED WORDEN GEHAALD

  • Ureum
  • Creatinine
Ureum ontstaat bij de afbraak van eiwitten. Creatinine ontstaat bij de afbraak van spieren. Beide stoffen zijn niet heel giftig, maar gemakkelijk aan te tonen in het bloed. Als de concentratie van creatinine en ureum is gestegen in het bloed dan kan men er van uit gaan dat ook de concentratie van andere giftige stoffen gestegen is en dat er iets mis is met de ontgiftigings functie van de nieren. Deze situatie noemt men uremie. Een uremie vindt pas plaatst als 70% van de nier niet meer functioneert.

ER KUNNEN DRIE OORZAKEN ZIJN VOOR UREMIE

  • Pre-renale uremie waarbij de nieren niet goed doorbloed worden. De oorzaak hiervan ligt buiten de nier zelf, bijvoorbeeld bij uitdroging
  • Renale uremie. De oorzaak van de niet functionerende nier ligt in de nier zelf. De ureum / creatinine ratio is hoger dan 100
  • De postrenale uremie waarbij de oorzaak ligt in de afvoerende urinewegen, dus in de ureteren of de blaas. Bijvoorbeeld bij een verstopping door een nier/blaassteen dan kan de urine niet weg. Hierdoor kan er ook weinig primaire urine gemaakt worden. De ureum / creatinine ratio is hoger dan 150

SYMPTOMEN VAN EEN NIET GOED FUNCTIONEREND URINEWEGSTELSEL/UREMIE

  • Braken
  • Diarree
  • Vermageren
  • Afwijkend gedrag
  • Verandering in het plaspatroon
  • Vaker plassen (polyurie)
  • Veel drinken (polydipsie)
  • Soms ook weinig of niet plassen (anurie)
Bij een acuut nierfalen stopt de nier er plotseling mee en ontstaat uremie. Er vindt een snelle verzuring van het bloed plaats (acidose) die levensbedreigend is. Een dier zal aan het infuus moeten om te proberen de nier te forceren weer aan het werk te gaan. Vervolgens moet de oorzaak van het acute nierfalen aangepakt worden, dit kan bijvoorbeeld een bacterie zijn. Bij de behandeling van nierfalen is het zeer belangrijk om geen bijkomende nierschade op te lopen. Men dient de nier zo min mogelijk te belasten en het dier wordt daarom op een nierdieet gezet en eventueel wordr er ook ondersteunende medicatie voorgeschreven. In de humane geneeskunde worden het bloed van de patienten door middel van nierdialse gefilterd en ie er de mogelijkheid voor niertransplantatie Het ureumgehalte en creatinine is eenvoudig d.m.v. bloedafname te testen door uw dierenarts. Door middel van een urine staal kan vroegtijdig eiwitverlies opgespoord worden, nog voordat er sprake is van uremie. In een gespecialiseerd laboratoriom wordt dan de eiwit/creatinine ratio bepaald. Het gebruik van teststrips in urine is onbetrouwbaar.

PRIMAIRE LENS LUXATIE (PLL)

Ook bij dit ras komen erfelijk problemen voor, hier volgt enige uitleg hierover. De lens hangt vast aan zogenaamde ophangbandjes, deze zijn sterk en kunnen best een stootje hebben. De problemen komen als de ophangbandjes breken en de lens los komt te liggen. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor het breken van deze bandjes. Dit kan veroorzaakt worden door een trauma van buitenaf, of door erfelijke afwijking. Langzaam breken de ophangbandjes af, en zo kan de inhoud van het achterste oogkamer (het glasachtiglichaam / glasvocht) naar de voorste oogkamer lekken. Dit is het vroegste merkbare symptoom van de lensluxatie. Als de ophangbandjes gebroken zijn, komt de lens geheel los te liggen, het glasvocht moet weg en komt door de pupil naar voren.

Vervolgens loopt de druk in het oog op en veroorzaakt glaucoom (groene staar). De lens kan achterover in het oog zakken, dan zijn de bloedvaten en de oogzenuw zichtbaar. De lens kan ook in zijn geheel voor het oog komen te liggen, als een glazige schijf. Als de lens naar voren tegen het hoornvlies blijft “schuren” beschadigd deze het hoornvlies. Is er reeds een te hoge oogdruk opgetreden, dan zal het hoornvlies blauw worden, zogenaamd corneaoedeem. Het oog is nu pijnlijk en blind. Wordt lensluxatie en een vroeg stadium ontdekt, dus voor de oogdruk te hoog oploopt, dan kan de lens door middel van een operatie verwijderd worden. De hond kan na de operatie minder scherp zien, maar kan alles nog goed onderscheiden.

Sinds een aantal jaren is er een DNA test op de markt. Er zijn 3 mogelijke uitslagen: Clear (vrij) / Carriër (drager) / At Risk (lijder).

LARYNX PARALYSE (LP)

Larynx paralyse, ofwel stembandverlamming, zien we met name bij oudere grotere hondenrassen. Typische rassen zijn bijvoorbeeld de Retrievers (Labrador, Golden, Flatcoated e.d.), Bouviers en honden van gelijke gewichtsklassen. Bij stembandverlammingen zien we een typisch probleem bij het inademen. Het lijkt alsof de keel dichtgedrukt wordt. Dit is erger bij inspanning en stress en wordt minder in rust. De blaf verandert vaak en uiteindelijk kunnen de honden niet meer blaffen. De symptomen gezien bij stembandverlamming kunnen ook veroorzaakt worden door andere problemen rondom de keel. Soms zien we bijvoorbeeld tumoren op die plek die hetzelfde klinische beeld geven. De definitieve diagnose wordt gesteld via een endoscopie. Door de hond een lichte roes te geven en dan te kijken of de stembanden bij het ademen nog normaal open en dicht gaan.

VERSCHIJNSELEN / SYMPTOMEN

Aan de ingang van de luchtpijp bevindt zich het strottenhoofd. Deze bestaat uit een stelsel kraakbenige “botjes”. In het centrum hiervan bevinden zich de stembanden. Door het samentrekken van spiertjes verbonden aan deze kraakbeentjes worden de stembanden bij inademing naar buiten getrokken. De luchtpijp ingang verwijdt zich waardoor gemakkelijker lucht naar binnen kan. De symptomen van een larynxparalyse (stemband verlamming) worden veroorzaakt door het niet kunnen openen van de stembanden bij inademing. Normalerwijze wordt de ruimte tussen de stembanden groter bij inademing doordat twee kraakbenige ”botjes” waaraan de stembanden verbonden zijn dan mee naar buiten worden getrokken. De ademhalingsopening van de luchtpijpingang wordt vergroot en een grotere hoeveelheid lucht kan naar binnen worden gezogen. Bij de honden met een verlamming van het strottenhoofd gebeurt dit niet en de ingang van de luchtpijp vergroot zich niet. Hierdoor wordt de lucht met grotere snelheid naar binnen gezogen en ontstaat een akelig bijgeluid bij de inademing. Honden met een stembandverlamming hebben een ander stemgeluid. De honden zijn schor, hees, rochelen, hoesten of hebben een ander bijgeluid bij het ademen. De hond kan minder ver wandelen, is trager dan voorheen en spelen is meestal niet meer mogelijk. Als het buiten koud is, vallen de klachten meestal mee. De meeste dieren komen in de problemen als het warmer wordt: Het dier wil hijgen om af te koelen, maar is hiervoor te benauwd. Door het moeilijke ademen zwellen stembanden op, waardoor het hijgen nog moeilijker wordt. Omdat het hijgen niet goed gaat, loopt de lichaamstemperatuur gevaarlijk op. De meeste honden raken in paniek. Eerste hulp bij benauwdheid: Zoek het dichtstbijzijnde koele plekje op en laat uw hond rusten. Koel uw hond door hem tot op de huid nat te maken. Zoek vervoer en ga zo snel mogelijk naar uw dierenarts. Doe de airco in de auto aan of doe de raampjes open. In veel gevallen is het nodig om uw hond iets rustgevends te geven (te sederen) Soms is het nodig om een buisje aan te brengen in de keel. Dit kan alleen als uw hond onder narcose ligt Bij honden met een dikke, dichte vacht is het soms nodig om het dier te scheren, zodat het sneller afkoelt

OORZAKEN

In de meeste gevallen wordt de stembandverlamming veroorzaakt door slijtage van zenuwcellen in de hersenen. Soms is er een andere oorzaak aan te wijzen: – Erfelijkheid – Trauma / operatie – Een tumor in het halsgebied (vaak een schildkliertumor) – Spier- of zenuwziektes Rassen met stembandverlamming: De Labrador heeft de twijfelachtige eer om deze lijst aan te voeren. Maar ook bij Golden Retrievers, Sint Bernards, Newfoundlanders, Rhodesian Ridgebacks, Afghanen en Ierse Setters komt de aandoening bovengemiddeld voor. Bij de Bouvier, Siberische Husky, Malamute, Bullterrier en Witte Herder is een erfelijke variant bekend. Bij de Dalmatiërs, Rottweilers, Leonbergers en de Pyreneese Berghond is een spier-zenuwziekte beschreven waar de stembanden bij betrokken zijn.

HET STELLEN VAN DE DIAGNOSE

De diagnose larynxparalyse wordt gesteld met behulp van keelinspectie / bronchoscopie. Sinds 2019 is er een DNA test op de markt. Er zijn 3 mogelijke uitslagen: Clear (vrij) / Carriër (drager) / At Risk (lijder). De behandeling bestaat uit een operatie. Het rare blaffen blijft, maar het dier is niet meer benauwd. De behandeling van larynxparalyse is gericht op het wijder maken van de stemspleet, zodat de ademhaling ongehinderd kan plaatsvinden. Hiervoor zijn in de loop der jaren vele technieken ontwikkeld. Alle technieken hebben dit zelfde doel maar ook hetzelfde nadeel: De stemspleet kan bij het slikken niet meer volledig sluiten In de afgelopen jaren heeft één techniek zich onderscheiden die zeer succesvol is en bovendien maar weinig complicaties met zich mee brengt. Dit is de zogenaamde unilaterale crico-arytenoid lateralisatie, ook wel bekend als de “Tie-back” methode. Hierbij wordt het (bovenste) aanhechtingspunt van de stemband wat naar achteren en opzij getrokken: De verlamde spier wordt als het ware vervangen door een hechting De belangrijkste complicatie na een larynxparalyse operatie is de mogelijkheid dat het dier zich verslikt. Bij sommige dieren met een stembandverlamming blijkt op termijn toch sprake te zijn van een zenuw-spier aandoening, waardoor de slokdarmfunctie afneemt. De kans op verslikken neemt bij die dieren toe. Met dit incidentele verslikken valt veel beter te leven dan met de ernstige benauwdheid en de gevolgen hiervan bij niet geopereerde honden. Bron: Medisch centrum voor dieren